24. How low can you go: Snel op naar CO2 neutrale woningbouw in Nederland?

Auteurs

Als het aan het huidige kabinet ligt worden er vanaf 2020 alleen nog maar energieneutrale woningen en bedrijfsruimten opgeleverd (Agentschap NL, 2012). Om deze doelstelling te kunnen behalen moet een gedragsverandering plaatsvinden in het bouwgedrag in Nederland (Brinkman, 2010). Het probleem zit echter niet in het gebrek aan innovaties ter bevordering van de duurzaamheid, maar aan het onvoldoende toepassen van deze innovaties (CPB, 2010). Daarnaast is het vaak zo dat er slechts een aantal duurzame maatregelen worden genomen. Dit zorgt wel voor een afname van de CO2 uitstoot van een gebouw, maar niet voor het ontstaan van een energieneutraal gebouw. Om de doelstelling te behalen is het is dan ook van belang dat bestaande en nieuwe innovaties op grote schaal en als totaalpakket worden geïmplementeerd in het bouwproces (Brinkman, 2010).

De kennis over duurzaam bouwen is er al jaren (Brinkman, 2010) en vaak wordt aangegeven dat duurzaam bouwen op de lange termijn geen extra kosten met zich meebrengt. Als dit al zo is, hoe kan het dan zo zijn dat duurzaam bouwen onvoldoende wordt toegepast? Hiervoor kunnen een aantal oorzaken worden aangewezen; Actoren in het bouwproces wijzen nu nog te vaak naar elkaar als het gaat om wie er moet beginnen met duurzaam bouwen. Daarnaast blijkt dat partijen in de bouwkolom vaak nog te weinig kennis hebben van duurzame energietechnieken en deze daarom niet toepassen. Ook worden opgedane kennis en ervaring te weinig gedeeld (Gemeente Alkmaar, 2011). Tenslotte heeft de consument te vaak nog een negatief beeld bij duurzaam bouwen. Zo wordt nog vaak gedacht dat duurzaam bouwen erg duur is ( Van Broekhuijsen, 2009). Ook zijn de zogenaamde warmte-terugwin installaties die bij duurzaam bouwen vaak worden toegepast de laatste jaren negatief in het nieuws geweest, omdat deze gezondheidsklachten bij de bewoners zouden veroorzaken (Vereniging Eigen Huis,2006). Vervolgens wordt duurzaam bouwen veelal geassocieerd, ofwel met hightech snufjes die ervoor zorgen dat geen raam meer open mag zonder ‘het systeem’ te ontregelen, ofwel met uit gerecycled materiaal zelfgebouwde woningen. Het ombuigen van deze negatieve emoties is dan ook erg belangrijk ( Van Broekhuijsen, 2009).

 

Passiefhuis, de oplossing?

In landen als Oostenrijk, België en Duitsland is men al een stuk verder met het bouwen van CO2 neutrale woningen. In deze landen wordt steeds vaker gebouwd volgens de passiefhuis bouwmethode. De term passiefhuis staat voor een gestandaardiseerde bouwmethode ontwikkeld in Duitsland. Het is een extreem energiezuinig gebouw met een comfortabel binnenklimaat gedurende zowel het zomer- als het winterseizoen, met een zeer beperkt verwarmingssysteem en zonder daarbij gebruik te maken van koeling (Hübner & Hermelink, 2003). De woning is dan ook voorzien van thermische isolatie en een zeer goede kier- luchtdichting van de bouwconstructie, terwijl men verzekerd is van een goed binnenklimaat wat wordt bereikt door gebalanceerde ventilatie met hoge mate van warmte terugwinning’ (Boonstra, Clocquet & Joosten, 2006). De resterende energievraag wordt over het algemeen vervult door energie verkregen uit zonnepanelen. Grootste voordeel van de passiefhuis methode is de extreme energiebesparing zoals te zien is in figuur 1. In deze figuur is tevens te zien dat de huidige nieuwbouw al relatief energiezuinig is in vergelijking met de andere landen.

 

 Figuur 1: Jaarlijkse energiegebruik passief bouwen t.o.v. de bestaande bouwmethoden

Bron: European Embedding of Passive Houses 2009

Het passiefhuis concept is in Nederland goed toe te passen, dit omdat het uitstekend te combineren is met de in Nederland gangbare bouwmethoden, zoals tunnelgiet- en houtskeletbouw (Boonstra et al. 2006). De renovatie van de wijk De Kroeven in Roosendaal laat zien dat het passiefhuizen concept in Nederland grootschalig kan worden toegepast, niet alleen bij nieuwbouw, maar ook bij renovatie.  In de wijk worden 246 sociale huurwoningen uit 1960 gerenoveerd tot passief huis. De renovatie valt samen met het natuurlijke moment van groot onderhoud en kost per woning circa 90 duizend euro. Daarbij wordt verwacht dat de stijging van de huur wordt opgevangen door de lagere energiekosten (BouwIQ, 2010).

 

Negatief beeld terecht?

Grote obstakels zijn de negatieve gedachtes bij extreem duurzaam bouwen en onvoldoende kennis bij de verschillende actoren. In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de bewonerstevredenheid en de energiezuinigheid. De uitkomsten van deze onderzoeken moeten laten zien of deze gedachtes die Nederlanders hebben bij duurzame woningen gegrond zijn.

Het blijkt dat bewoners over het algemeen zeer tevreden zijn over het binnenklimaat van de woning(Nieman, 2007). Vooral de binnentemperatuur in de winter wordt als comfortabeler ervaren dan bij de vorige woning. Ook worden de relatief warme wandoppervlakken genoemd. Het ventilatiesysteem bevalt goed; er zijn geen tochtverschijnselen. Tot slot wordt het overvloedige natuurlijke licht genoemd in de leefruimten. Als nadelen worden te droge lucht in de woning en te veel direct zonlicht in de op het zuiden georiënteerde ruimten genoemd. Dit is echter eenvoudig op te lossen door luchtbevochtigers en zonneschermen. De ervaringen van deze bewoners worden onderbouwd door metingen (Nieman, 2007).

Omdat bij het passiefhuis concept gebruik kan worden gemaakt van de normale bouwmethoden hoeven er vrijwel geen concessie te worden gedaan op de esthetische waarde van de woning (Boonstra et al. 2006). Zoals te zien is in figuur 2 kan de woning op totaal verschillende manieren worden vormgegeven, er hoeft dus niet vast te worden gehouden aan een specifiek ontwerp.

 

 Figuur 2: Vormgeving ‘Passiefhuis’

Bron: http://www.ariens-cs.nl

Het bouwen van een extreem energiezuinig huis brengt extra kosten met zich mee. Dit komt door het toepassen van meer isolerende maatregelen als duurder dubbel glas en ventilatiesystemen.  Een andere reden voor hogere kosten komt door dat de meeste ondernemers nog niet bekend zijn met de nieuwe technologieën, waardoor veel tijd en geld gaat zitten in planning en bijscholing ( Georges et al, 2012). Het is moeilijk exact aan te geven hoe hoog de extra kosten zijn, dit verschilt namelijk per case. Op dit moment wordt uitgegaan van een meerprijs van tussen de nul en zeventien procent, met een gemiddelde van acht procent. Hierbij moet worden opgemerkt dat mede door nieuwe technieken en het grootschalig toepassen van dit concept, de bouwkosten in de toekomst lager zullen uitvallen (Georges et al. 2012).

De extra investering wordt mede terugverdient door een enorme besparing op de jaarlijkse energielasten. In figuur drie is terug te zien hoe lang het duurt om de extra investering in een passiefhuis terug te verdienen. Het afgelopen jaar is de prijs van energie flink gestegen. Stroom werd hierbij vijf tot acht procent duurder en de prijs van gas steeg met vijftien procent. Daarbij wordt verwacht dat de komende jaren de prijs verder zal gaan stijgen, dit mede door de onrust in het Midden-Oosten en deels doordat de economie in bepaalde delen van de wereld weer aantrekt (Geld en Recht, 2011). In de tabel is te zien dat, wanneer de energieprijzen met circa tien procent stijgen, de terugverdientijd van de extra investering die een passiefhuis met zich mee brengt ten opzichte van een normaal huis, achttien jaar is (Audenaert, De Cleynk & Vankerckhove, 2007).

 

Figuur 3: Terugverdientijd bij stijgende energielasten

Bron: Audenaert, et al.

De terugverdienperiode is relatief lang. In de tabel wordt echter de terugverdienperiode gebaseerd op enkel en alleen de energieprijs. Volgens onderzoek van het Nederlands Bureau Waardebepaling Onroerende zaken leveren goed geïsoleerde woningen bij verkoop echter ook meer op dan slecht geïsoleerde woningen. Het prijsverschil tussen woningen met een energielabel van B of C en woningen met een F en G label loopt op tot meer dan 30 procent voor appartementen en hoekwoningen. Bij vrijstaande woningen en tussenwoningen zijn de verschillen kleiner (BouwIQ, 2010). Op basis hiervan kan worden verondersteld dat de terugverdienperiode over het algemeen korter zal uitvallen dan de achttien jaar waarin in de tabel van wordt uitgegaan.

 

Waarom tot nu toe vooral in het buitenland?

Dat het passiefhuis concept in het buitenland wel goed van de grond komt heeft een aantal redenen. In figuur vier is te zien dat de verschillende actoren, betrokken bij het bouwproces, in Nederland veel minder belangstelling tonen voor deze methode van bouwen dan buitenlandse partijen . Dit zorgt voor  minder kennis overdracht binnen Nederland, waardoor de methode minder vaak wordt toegepast. (Elswijk & Kaan, 2008).

 

Figuur 4: Aantal actoren per land die de workshops m.b.t. Passive housing hebben bezocht.

Bron: European Embedding of Passive Houses

Daarnaast is het passief huisconcept actief gepromoot in het buitenland. Dit heeft er mede voor gezorgd dat de bezwaren zijn weggenomen en een positief beeld van het passiefhuis concept ontstaan. Deze wijze van bouwen wordt in het buitenland tegenwoordig dan ook gezien als ‘state of the art’ (Nieman, 2007).

 

Toekomstgerichte aanpak Nederland

Er kan worden geconcludeerd dat grootschalig CO2 neutraal bouwen, bijvoorbeeld in de vorm van de Passiefhuis methode, goed kan worden toegepast in Nederland. Het is namelijk goed integreerbaar in de bestaande bouwmethoden. Ook wordt het realiseren van een passiefhuis steeds goedkoper, dit samen met de hogere woningwaarde van een duurzame woning en de  stijgende energieprijzen  zorgt dit voor een steeds kortere terugverdienperiode van de extra investering. Tenslotte worden de bezwaren die de Nederlandse consument heeft met betrekking tot duurzaam bouwen weerlegt in verschillende onderzoeken naar deze bouwmethode. Het meer toepassen van dit concept gaat echter niet vanzelf. Daarom dienen er een aantal stappen te worden genomen om te zorgen dat het passiefhuis concept meer wordt toegepast, om op deze manier de doelstelling van de overheid om in 2020 alleen maar CO2 neutrale woningen te realiseren te behalen.

Ten eerste moeten er convenanten worden afgesloten tussen de verschillende partijen in de bouw. Dit moet zorgen voor een meer uniformere aanpak(Agentschap NL, 2012). Daarnaast moeten er leertrajecten worden opgezet en bestaande opleidingen worden aangepast. Er zal meer moeten worden gefocust op de kwaliteit van een bouwwerk en niet op het zo goedkoop mogelijk realiseren daarvan. (BouwIQ, 2010). Ook zal de overheid het passiefhuis concept moeten stimuleren. Dit kan in de vorm van subsidies, maar ook door het aanbieden van goedkope lange termijn leningen aan burgers wanneer deze investeren in dergelijke woningen. Tenslotte is het belangrijk dat de overheid informatiecampagnes opzet om dit concept bekender te maken bij de consument en bouwend Nederland (Brinkman, 2010).

 

 

Literatuur

Agentschap NL. (2012). Beleid overheid Energieneutraal bouwen. Available: http://www.agentschapnl.nl/programmas-regelingen/beleid-overheid-energieneutraal-bouwen. Last accessed 10th Mar 2012.

Anisimova, N. (2011). The capability to reduce primary energy demand in EU housing. Energy and Buildings. 43 (10), Energy and Buildings, Vol. 43, No. 10. (October 2011), pp. 2747-2751

Audenaert, A., De Cleyn, S.H., & Vankerckhove, B.. (2008). Economic analysis of passive houses and low-energy houses compared with standard houses. Energy Policy. 36 (1), Pages 47–55.

Boonstra,C., Clocquet, R., & Joosten,L (2006). Passiefhuizen in Nederland. Boxtel: Aeneas. P08-24.

BouwIQ. (2010). Vitrine, energiezuinige renovatie  De grote renovatieopgave. , p.9-13.  Available: http://www.passiefhuis.nl/images/BouwIQ_jrg15nr5_Vitrine_DeGroteRenovatieopgave.pdf. Last accessed 1th Mar 2012.

Brinkman, E. (2010). Vijf vragen aan Elco Brinkman: ‘Duurzaam bouwen heeft zetje nodig’. Available: http://www.vno-ncw.nl/publicaties/Forum/Pages/Vijf_vragen_aan_Elco_Brinkman_ Duurzaam_bouwen_heeft_zetje_nodig_14930.aspx. Last accessed 21th Feb 2012.

CPB. (2010). Innovaties in duurzaam bouwen worden gehinderd door korte-termijnpolitiek. Available: http://www.cpb.nl/en/persbericht/328836/innovaties-duurzaam-bouwen-worden-gehinderd-door-korte-termijnpolitiek. Last accessed 10th Mar 2012.

Elswijk, M. & Kaan, H. (2008). European Embedding of Passive Houses. Available: http://www.pibp.pl/index_pliki/podstrony/infoeuro_PL_pliki/European%20Embedding%20of%20Passive%20Houses.pdf. Last accessed 22th Feb 2012.

European Commission. (2009). Low energy buildings in Europe: Current state of play, definitions and best Practice. Available: http://ec.europa.eu/energy/efficiency/doc/buildings/info_note.pdf. Last accessed 1th Mar 2012.

Feist, W. (z.d.). What is it like living in a passive house?. Available: http://www.scanhome.ie/archive/misc/passiv_haus_institut.pdf. Last accessed 1th Mar 2012.

Geld & Recht. (2011). Forse stijging energieprijzen. Available: http://www.geldenrecht.nl/artikel/2011-06-06/forse-stijging-energieprijzen. Last accessed 1th Mar 2012.

Gemeente Alkmaar. (2011). Duurzaam bouwen gebaat bij samenwerking en vergroten van kennis. Available: http://www.alkmaar.nl/eCache/43009/Duurzaam_bouwen_gebaat_bij_samenwerking_en_vergroten_van_kennis. Last accessed 22th Mar 2012.

Georges, L., Massart, C., Van Moeseke, G. & De Herde, A.. (2012). Environmental and economic performance of heating systems for energy-efficient dwellings: Case of passive and low-energy single-family houses. Energy Policy. 40 (1), Pages 452–464.

Hermelink, A., & Hübner, H. (2003). Is one litre enough? – tenants’ satisfaction in passive houses.. Available: http://www.eceee.org/conference_proceedings/eceee/2003c/ Panel_2/2026hermelink/paper. Last accessed 1th Mar 2012.

Hermelink, A. & Schnieders, J. (2004). CEPHEUS results: measurements and occupants’ satisfactionprovideevidence for PassiveHouses being an option for sustainable building. Reshaping Markets for the Benefit of Energy Saving . 34 (2), Pages 151–171.

Nieman, H. (2007) Passiefhuis: Woning van de toekomst? (I). Bouwregels, p.18- 20.. Available: http://www.passiefbouwen.nl/documents/Bouwregels_4-2007_-_Passiefhuis_woning_van_de_toekomst.pdf. Last accessed 1th Mar 2012.

Provincie Noord-Holland (z.d.) NoordHolland bouwt duurzaam. Naar een dagelijkse praktijk van duurzaam bouwen.. Available: http://www.noord-holland.nl/web/projecten/duurzame-energie-2/duurzaam-bouwen.htm. Last accessed 22th Feb 2012.

STIPO. (z.d. ). Waarom energieneutraal renoveren wel kan in België en Duitsland Passiefhuis principe bij stedelijke vernieuwing. Available: http://www.stipo.nl/Passiefhuis_principe_bij_stedelijke_vernieuwing. Last accessed 1th Mar 2012.

Van Broekhuijsen, M. (2009). “Dubo nog steeds niet sexy”. Available: http://www.archined.nl/nieuws/oktober/dubo-nog-steeds-niet-sexy/. Last accessed 22th Feb 2012.

Vereniging Eigen Huis. (2006). Uit balans door balansventilatie.Available: http://www.eigenhuis.nl/NR/rdonlyres/EDDF0467-0BB3-4CA7-886B-EB1BB74F3DCB/0/EHM0612_balansventilatie.pdf. Last accessed 22th Mar 2012.


3 reacties

Comments RSS
  1. sjvvanetten

    Mogelijk is onderstaand artikel bruikbaar bij het bepalen van elementen die in beschouwing dienen te worden genomen:

    Palmquist, R. (2003). Property value models. In K.-G. Mäler, & J. Vincent, Handbook of Environmental Economics vol.2. Amsterdam: North-Holland.

  2. fjsijtsma

    Hoi, je referenties zijn nog onvolledig. Sla er de Harvard stijl nog eens op na: je vermeldt de naam van het tijdschrift bijvoorbeeld niet!
    met vriendelijke groet,
    Frans Sijtsma

Plaats een reactie